Jouw plek in het systeem

‘Plek.’

Een mooi woord

Eenvoudig maar vol betekenis.

Het woordenboek leert ons: plek = ergens waar je kunt zijn. Ja, je leest het goed. Je kunt dus overal zijn of niet zijn. Het is aan jou. En daar begint de ellende. Voor velen is het een lastige opgave om  ergens ‘op je plek te zijn’. Een pure gevoelskwestie ook. Verhuizen is één van de grootste emotionele gebeurtenissen in een mensenleven. Niet voor niets hebben veel mensen grote moeite met Het Nieuwe Werken als ze hun vaste ‘werkplek’ kwijt zijn. En op vakantie gaan doen we graag omdat we weten dat we ook weer naar huis gaan: thuiskomen heeft ook een figuurlijke betekenis.   

Soms nemen we een plek in een soms wordt ons een plek toegewezen. Zeker in organisaties gaat dat niet altijd goed. In het Systemische gedachtegoed heeft iedereen recht op een plek. 

Het Systemische gedachtegoed

Het Systemische gedachtegoed (Bert Hellinger) kent drie wetmatigheden:

  • Iedereen heeft evenveel recht op een plek (binding)
  • De ordening in het systeem moet gerespecteerd worden
  • Er moet een balans zijn tussen geven en nemen

‘thuisvoelen’

Het ‘thuisvoelen’ heeft vooral met de eerste wetmatigheid te maken: je hebt recht op een plek.  Wanneer je ‘er mag zijn’ voel je je op je plek en voel je je thuis. Let wel, dit geldt niet zozeer voor jou als persoon als wel voor jouw rol of functie in de organisatie. Dat vind ik het verfrissende van het Systemische werken: we kijken naar groepen, organisaties, families en niet zozeer naar de persoonlijke issues van de mensen in die systemen. Binding en je recht op een plek in het systeem werken twee kanten op: welke plek neem jij zelf in en welke plek wordt jouw gegund. Verstoringen in het systeem treden op wanneer functies of afdelingen worden buitengesloten. Bijvoorbeeld wanneer de HR afdeling niet serieus wordt genomen. Het buitensluiten kan ook gaan over abstracte zaken zoals het verleden. Wanneer tijdens een reorganisatie geen oog is voor ‘hoe het was’ is die gedoemd om te mislukken. Goed afscheid nemen hoort ook bij het bindingsprincipes. Organisatie die werk maken van het goed afscheid nemen van medewerkers doen recht aan het bindingsprincipe. Dan krijgt het afscheid het karakter van een ritueel waarbij je zegt: ‘Bedankt voor al het werk wat je hebt gedaan. Iemand anders neemt het nu over. Je mag nu gaan’. Soms gebruik ik deze ‘verlossende uitspraak’ in bijvoorbeeld een training timemanagement, wanneer iemand grenzen moet stellen en taken moet teruggegeven.

‘op je plek zijn’ 

Het ‘op je plek zijn’ heeft ook veel te maken met de tweede wetmatigheid, de ordening. Tegen het Nederlandse gevoel in waar mensen vooral gelijk (moeten) zijn en we al polderend verschillen willen toedekken, zegt dit Systemisch principe dat er niet voor niets ongelijkheid is. Zo hoort een baas hoger in de ordening te staan dan zijn medewerkers. Verstoring in het systeem treed op als de ordening niet wordt gerespecteerd, bijvoorbeeld wanneer medewerkers de plek van de manager in nemen. Een juiste ordening kan ook te maken hebben met expertise, leeftijd, bijdrage aan de organisatie of dienstjaren.  Daarbij gaat het om het idee dat de hoogste in rang (in welke ordening dan ook) niet zozeer de baas is maar het kader schept voor degene die lager in de rangorde staan. Daarbij geldt, gek genoeg, in organisatieopstellingen vaak dat degene die rechts zit/staat het kader aangeeft van degene die links zit/staat. Als trainingsacteur zorg ik er dan ook voor dat ik links van de trainer ga zitten, immers de trainer is de hoogste in rang tijdens die training. Een treffend voorbeeld hiervan is dat van oudsher de vrouw links van haar man zit, staat of loopt (zie trouwfoto’s). Zelfs Amy Groskamp ten Have schrijft dit voor in de etiquette. Bij de troonrede zie je echter een andere ordening: het staatshoofd is hoger in rang dan haar echtgenoot of zijn echtgenote. Vandaar de wisseling van posities van Beatrix naar Willem Alexander.

Probeer het maar eens uit in een vergadering of familie-uitje: waar zit je het liefst?

Wat is jouw plek?